Steeds meer werknemers rijden een elektrische auto van de zaak. Wanneer zij hun EV thuis opladen, verwachten ze hier logischerwijs compensatie voor. Tankkosten voor brandstofauto’s worden immers vaak ook gedekt door de werkgever. Wat een werkgever precies onbelast mag vergoeden in die situatie vormde lange tijd een punt van discussie. Nu de Belastingdienst haar standpunt heeft herzien, is daar duidelijkheid in gekomen.
Het vergoeden van werknemersuitgaven
Werkgevers hebben twee mogelijkheden om de energiekosten voor het thuis opladen van de elektrische bedrijfsauto te vergoeden, zo kunnen we optekenen uit het herziene standpunt van de Belastingdienst:
- Werkelijke (of intermediaire) kosten. De werkgever heeft de mogelijkheid om de werkelijke kosten van de werknemer voor het thuis opladen van een EV onbelast te vergoeden. Dit valt dan onder de noemer ‘intermediaire kosten’ (kosten die je als werknemer maakt namens en voor rekening van de werkgever). De werknemersvergoeding is gebaseerd op de integrale kostprijsberekening. De integrale kostprijs omvat de variabele en de vaste kosten van de werknemer, gedeeld door het verbruikte aantal kWh. Daarnaast zijn de volgende zaken van invloed op de hoogte van de vergoeding:
- Maakt de werknemer gebruik van zonnepanelen in eigen beheer? Dan mag een evenredig deel van de afschrijving vergoed worden, bovenop het tarief dat de werknemer per kWh betaalt;
- Het prijsplafond voor elektriciteit dat dit jaar van kracht is (€0,40 per kWh tot een verbruik van 2.900 kWh) kan invloed hebben op de integrale kostprijs;
- Als de medewerker de auto oplaadt bij een openbare laadpaal bij zijn of haar woning, kan de werkgever de kosten die de werknemer maakt voor dat opladen (werkelijke kosten) onbelast vergoeden.
- Zakelijke transactie. De werkgever en -nemer kunnen ook afspraken maken over de doorlevering van energie onder zakelijke voorwaarden. De vergoeding speelt zich hierbij buiten de loonsfeer af. Bij deze transactievorm kan de werknemer ook zelfopgewekte energie via zonnepanelen meeleveren. In dat geval kan een werkgever het bedrag vergoeden dat de energiemaatschappij van de werknemer voor de benodigde hoeveelheid elektriciteit in rekening zou brengen.
Gevolgen van een te hoge vergoeding
Als er twijfel bestaat of de vergoeding hoger uitvalt dan wat op basis van de intermediaire kosten of zakelijke voorwaarden verwacht zou mogen worden, dan is het aan de inspecteur om dit aan te tonen. Als de inspecteur daartoe in staat is, valt het hogere deel van de elektriciteitsvergoeding wél in de loonbelastingsfeer.
fleetkennis houdt je op de hoogte
Met fleetkennis blijf je op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Heb je vragen over het herziene standpunt van de Belastingdienst? We helpen je graag op weg met advies waar je mee vooruitkomt. Bel 085-2100596 voor meer informatie.